Nieuwe compositie Carel Kraayenhof ‘Bamestra’ goed ontvangen.

Afgelopen 11 november ging de nieuwe compositie ‘Bamestra’ van Carel Kraayenhof in première. Carel schreef deze compositie ter ere van de festiviteiten van ‘Beemster 400’

In aanwezigheid van van o.a. burgemeester Brinkman speelde het Kraayenhof tango Ensemble deze prachtige compositie in de ‘Grote Keyser’ in Middenbeemster.

Zo’n 400 jaar geleden was heel Holland bezet door soldaten van Hertog Alva, de Spaanse veldheer. Héél Holland?

Nee, een klein gebied bleef moedig weerstand bieden aan de overweldigers en maakte het leven van de Spanjaarden in de omringende legerplaatsen bepaald niet gemakkelijk…De grenzen van Noord-Holland werden dapper verdedigd en daarbij vormde het Beemstermeer,dat Bamestra genoemd werd, een sterke beschutting tegen het oprukken van de vijand in de richting van West-Friesland; het werd bevaren door de Waterlandse vloot, die de Zuiderzee bewaakte.  En als het meer in de winter bevroor,  werd het ijs kapotgehakt  zodat de Spanjaarden er niet overheen konden.Zo woest was echter het Beemstermeer door stormvloeden en overstromingen, dat het wildewater de omringende dorpen bedreigde, en men besloot dijken te gaan bouwen; daar was veel geld voor nodig.Over een schipper uit Hoorn, PieterPikmans genaamd, bevriend met Dirck van Oss,gaat het volgende verhaal:

“Deze Pikmans kwam in het jaar 1595 op het denkbeeld, dat de Spaanse schepen, op de rotsige kusten van Ierland vergaan, waarschijnlijk aldaar niet zoo diep zouden zijn gezonken, als doorgaans op onze zandige kusten plaats heeft. Hij ondernam alzoo om daar met beugels en haken naar goederen te visschen.”

Het gelukte hem om kisten met goud en zilver en andere kostbaarheden op te halen. Hij keerde met een’ grooten schat terug, bouwde een aanzienlijk huis te Hoorn en leefde daar in overvloed.” “Verder verhaalt men, dat Pikmans twee dochters heeft nagelaten, die met zonen van voorname burgers te Hoorn getrouwd zijn, en dat uit zijnen of haren rijkdom de eerste aanzienlijke bijdrage gekomen is tot het fonds, hetwelk noodig werd geoordeeld om de bedijking en droogmaking van de Beemster te kunnen aanvangen.”

“Hoe wonderbaar is in deze de leiding der Goddelijke Voorzienigheid! Het geld, eenmaal door Koning Filips II ten verderve des Vaderlands beschikt, moest weinige jaren daarna dienen ter bevordering van eene der gewigtigste en gelukkigst uitgevallene ondernemingen voor het belang en den roemder inwoners van Holland.”

Door de inspanningen van vele welvarende kooplieden zoals Dirk van Oss en Pieter Pikmans, en door de geniale windmolens van Jan Adriaanszoon Leeghwater lukte het om van water land te maken, en nu hebben we al 400 jaar droge voeten.

We wensen u veel luistergenot met dit nieuwe homage aan de Beemster.

 

1 antwoord

Plaats een Reactie

Meepraten?
Draag gerust bij!

Geef een antwoord