Kraayenhofpresenteert uit nood geboren parel

Carel Kraayenhof en zijn Kraayenhof Tango Ensemble. Solisten: Quirine Viersen (cello), Stijn van Beek (uilleann pipes, low whistle). Bijgewoond: Amsterdam, Concertgebouw, 28 juli.

Inderdaad, bandoneonist Carel Kraayenhof heeft prinses Maxima met zijn Argentijnse bandoneongeluid laten wenen. Het feit zal hem altijd blijven achtervolgen. Vraag: Is dat erg?Het gaf de bandoneonspeler de bekendheid die hij nodig had om de wereld te laten zien wat hij kan. Sinds die trouwerij blijkt dat veel meer te zijn dan het in al zijn gedaanten laten horen van de Argentijnse tango. Het was dus een goed idee om hem het afgelopen weekeinde in het kader van de Robeco Zomerconcerten vijf programma’s in het Amsterdamse Concertgebouw te laten vullen.Zo was er een avond met Ierse invloeden, zondag klonk de pure tango, er was een middag demonstratie en een middag dansen onder meer met zijn Sexteto Canyengue. Het meest interessant was wellicht het programma van de zaterdagavond, In een stijf uitverkochte Grote Zaal hield hij zijn nieuwe orkest ten doop: Het Kraayenhof Tango Ensemble.Grote delen van zijn cd-repertoire vragen om orkestbegeleiding. Het gevraagde Sinfonietta Amsterdam had vakantie en dus besloot hij zijn eigen orkest samen te stellen. Dat resulteerde in een prachtig collectief van zeventien musici rond zijn eigen Sexteto Canyengue. Het bleek het hart van het totaal te zijn.Schijnbaar moeiteloos ging het vooral uit strijkers bestaande ‘collectief’ en bloc mee in Kraayenhofs versnellingen en vertragingen. Een ensemble zoals hij zich dat moet hebben gedroomd. Zou een bestaand orkest met een andere cultuur zo stijlecht hebben meegespeeld? Kortom: een parel uit nood geboren.Met dat orkest kan hij ook zijn bewerkingen laten horen van stukken uit Bernsteins ‘West Side Story’, goed voor spektakel en muzikale poëzie. In pure ontroerende eenvoud klonk de première van ‘Te lievo en mi alma’, ‘Ik draag je in mijn ziel’. Een Cubaanse bolero, opgedragen aan zijn vader, waarin hij zelf de piano bespeelde.De grootste openbaring van de avond was beslist de samenwerking met celliste Quirine Viersen. Ze speelde tango’s met Kraayenhof en zijn orkest, waaronder werk van Kurt Weill, maar ook een handvol typisch Argentijnse stukken. Muziek die niet voorkomt in het klassieke cellorepertoire, maar die Viersen zomaar even naar een wereldniveau streek.In zo’n rijk programma kon ‘Adiós Nonino’, het stuk waarmee hij vijf jaar geleden de Argentijnse huwelijkstranen tevoorschijn toverde, niet ontbreken. Temeer daar het stuk nog steeds niet klinkt als een sleetse tranentrekker. Het publiek was er weer even stil van.

Het Parool – Hans Visser

0 antwoorden

Plaats een Reactie

Meepraten?
Draag gerust bij!

Geef een antwoord