Nieuwsbrief December – Droom van Carel

Lieve vrienden en relaties,

Het loopt tegen het einde van het jaar en zoals velen van jullie kijken ook wij dan terug op wat er is gebeurd in het afgelopen jaar en kijken we verwachtingsvol naar de nabije toekomst.

Zo gebeurde  o.a. in 2013:

-de abdicatie van koningin Beatrix en de kroning van Koning Willem-Alexander

-de première van Carels compositie ‘Compassion’ met het Residentie Orkest

-twee mooie concerten in Seoul van Carel met het Absolute Ensemble en een aantal    van zijn muzikanten

-een optreden van SC in een tangosalon in Edinburgh

-een concert van datzelfde SC in Las Palmas

-een optreden van Carel met JURK!

-een mooie tournee van het KTE op de Nederlandse Antillen

-het overlijden van onze Icoon van verzoening en bevrijding, Nelson Mandela.

En de toekomst? Niets in deze tijd is zeker maar wij hebben wel een aantal dromen. Wij dromen dat wij met het Carel Kraayenhof Ensemble, onder regie van Jos Groenier met videobeelden van Joost Gulien, genoeg financiën kunnen vinden middels subsidies en sponsoren,  om onze prachtige nieuwe  theatershow ‘Liberacion’  uit te kunnen voeren (première januari 2015).

Wij dromen dat onze vrienden en familieleden en die van u gezond mogen blijven. Wij dromen van het delen van onze muziek met zoveel mogelijk mensen.

 

Afgelopen november hield Carel in opdracht van de ‘Stichting tot behoud van de korenmolen de Nachtegaal’ twee lezingen over ‘Dromen’. Deze Stichting heeft geld bij elkaar gesprokkeld om de oude korenmolen, die tegenover ons huis in de Beemster staat, te restaureren en weer in ere te herstellen.

Hieronder willen wij deze lezing met u delen.

 

“Ons leven wordt gevoed door de plaats waar we wonen, de geur van de klei van onze polder, de frisse lucht die we inademen, de zachte regen in de zomer en de barre kou in de winter.

En we voelen de geschiedenis van de Beemster door ons heen stromen, omringd als we zijn door zijn wegen, bomen en sloten. Geduldig kijken de grote kerken vanuit de hoogte op ons neer en gelukkig is er nu één prachtige molen (van de oorspronkelijke 43) die ons herinnert aan die mooie droom uit de 17e eeuw die werkelijkheid werd.

 

Net zoals de droom van toen van vele Hollanders, die ze samen realiseerden, het aanleggen en versterken van de dijken, het bouwen van de molens en het droogleggen van het Bamestrameer, is de wederopbouw van De Nachtegaal het hartverwarmende resultaat van de droom van vele Beemsterlingen die de handen ineen hebben geslagen.

Wat mij persoonlijk ontroert is hoe al die individuele dromen van mensen een collectieve droom gingen vormen en hoe al die dromers door hun gezamenlijke inspanningen een prachtig geschenk aan de volgende generaties gaven, daarmee  het meest kostbare van onze tradities doorgevend.

 

De parallel met de muziek ligt zeer dichtbij. Ook musici dromen ervan om de muziek die hun hart vervult en die ze hebben geleerd van hun leraren te delen met mensen om hen heen en om die door te geven aan de nieuwe generatie muzikanten.

 

Mijn muzikale droom begon toen ik 8 jaar oud was en mijn eerste pianoles had………

Een schoolvriendje van mij moest elke dag een half uur piano studeren en ik ging vaak naar zijn huis om te luisteren en wilde dan zelf ook pianoles. Een vriend van mijn ouders verkocht hun zijn oude piano voor 150 gulden.

Mijn broer Jaap was al begonnen met gitaarles en als hij studeerde zag ik tranen op zijn wangen vanwege de zware barrégrepen die hij studeerde en die zo pijnlijk waren voor zijn kleine linkerhand.

Toch ging hij door en dat maakte grote indruk op mij.

 

Een klasgenoot van mij was zanger en gitarist in het populaire schoolbandje dat optrad in onze aula tijdens de schoolfeesten en zelf speelde ik op de klassenavonden ragtime op de piano.

In ons dorp had ik pianoles bij een muziekdocente in hart en nieren, die viool-, altviool-, cello- en contrabasles gaf en daarnaast piano en gitaar.

Toch vond ik dat ik met mijn gymnasiumdiploma moest gaan studeren aan de universiteit en ik begon een filosofiestudie in Amsterdam.

Conservatoriumopleidingen in jazz of wereldmuziek bestonden toen nog niet en een carrière in de klassieke muziek leek niets voor mij.

 

Maar de muziek bleef trekken.

Op staar met broer Jaap

Mijn broer, die net als ik in Amsterdam studeerde, had via zijn liefde voor de Beatles uiteindelijk de revival ontdekt van de Engelse, Schotse en Ierse volksmuziek.

Hij begon naast gitaar ook fiddle te spelen en mandoline. Hij raadde mij aan een trekharmonica te kopen en later een concertina, een zeshoekig balginstrument.

Via veel omwegen kwam ik tenslotte terecht bij de bandoneon en daardoor bij de Argentijnse tangomuziek.

Er werd een nieuwe droom geboren. Toen ik dat instrument voor het eerst hoorde, was het alsof er een bliksemschicht door me heenging. Ik werd vervuld van het verlangen om naar Argentinië te reizen en begon Spaans te leren. Alle dromen die ik hardop uitsprak kwamen uit en de broedplaats daarvan was het Vondelpark.

Daar ontmoette ik een Argentijn terwijl ik trekharmonica zat te spelen. Hij vroeg me: ‘Ken je de bandoneon, het hart en de ziel van Buenos Aires? Daar ga ik in december heen. Ik zal proberen er een voor je mee te nemen.’ Niet alleen bracht hij mij een bandoneon, maar ook een stapel tango-LP’s, die ik noot voor noot begon uit te schrijven. Al snel richtte ik samen met Juan Tajes de groep Tango Cuatro op, waarmee we in binnen- en buitenland begonnen op te treden.

Maar daar in het Vondelpark ontmoette ik ook een fantastische vrouw uit de Beemster, die later mijn vrouw werd en bovendien mijn manager!

In 1987 ontmoette ik Astor Piazzolla, de vader van de tango nuevo en de componist van Adios Nonino. Hij haalde me naar New York en tot mijn verbazing stond ik daar opeens 8 optredens per week te spelen, waarbij we begonnen met Adios Nonino.

En zo kwam de ene na de andere droom uit: in 1989 ontmoette ik Osvaldo Pugliese, een charismatische alom geliefde tangomaestro, die toen al over de

80 jaar oud was.

Mijn eerste tango, Clavel Rojo, componeerde ik voor hem, dromend van de eerste ontmoeting met mijn idool.

Hij werd mijn grootvader in Buenos Aires en nodigde mijn sextet uit om met zijn orkest een tournee te maken in 1990.

Langzamerhand drong h

et mij door, dat we in Nederland gewend zijn om de dromen die we hebben vóór ons te houden, terwijl de Argentijnen er juist elke dag over praten met elkaar en die dromen koesteren.

En dat lijkt wel een leidraad geworden in mijn leven.

Durf je droom hardop te dromen en hij komt uit! Want andere mensen herkennen jouw droom.

In eerste instantie is dat bij mij de droom om samen muziek te maken. Die droom heb ik kunnen delen met bewonderenswaardige artiesten als Sting, Ennio Morricone, Janine Jansen, Yo yo Ma en vele anderen.

Maar op den duur ontstond er een droom om die mooie muziek door te geven.

Zo ben ik in 1993 begonnen met de Vakgroep Argentijnse Tango aan het Rotterdams Conservatorium en hebben wij het studentenorkest OTRA opgericht. Nog mooier haast is de droom die Thirza en ik hebben gerealiseerd om Argentijnse muzikanten en muziekscholen te ondersteuren. Zo hebben wij in 2002 de muziekschool in Avelleneda (Buenos Aires) ondersteund door middel van van het benefietconcert dat wij in de Kerk in Middenbeemster hebben gegeven. En in dat jaar werd ik gevraagd om te spelen tijdens de huwelijksinzegening van Willem Alexander en Máxima, nu onze Koning en Koningin.

Ook dit was een droom en die ontstond bij mijn kapper in Middenbeemster. In de krant stond dat Willem Alexander een Argentijnse vriendin had. Ik zei tegen mijn kapper: ‘Stel je nou eens voor dat zij van tango houdt en dat ik een keer voor haar kan spelen!’ De rest is geschiedenis.

Sinds die mooie dag in februari 2002 heb ik de hele wereld over gezworven en overal mensen ontmoet met muzikale dromen.

Ons jongste project is het bandoneonproject voor Jujuy.

Jujuy is de armste provincie van Argentinie en de mensen hebben geen geld voor instrumenten.

De enig overgebleven bandoneonist, Daniel Vedia, probeert de cultuur in leven te houden en zijn leerlingen spelen, bij gebrek aan beter, op kartonnen dozen die in de vorm van een bandoneon zijn gelijmd. Ze tokkelen op de zijkanten en zingen daarbij de toonladders.

Sinds onze ontmoeting met Daniel hebben Thirza en ik geprobeerd via benefietconcerten geld bij elkaar te krijgen voor bandoneons en inmiddels hebben wij, vooral dankzij een tango-dans-club uit Engelen (bij Den Bosch), een flink bedrag verzameld.

Afgelopen zondag heb ik weer een bijzondere dromer ontmoet: bandoneon- reparateur en stemmer Oscar Fischer uit Buenos Aires.

Hij heeft ondanks alle hindernissen een eigen nieuwe bandoneon gebouwd, de eerste Argentijnse bandoneon, en hij draagt bij aan ons Jujuy project door instrumenten te bouwen, op te knappen en te stemmen voor de jongeren in Jujuy.


Het mooie van dromen voor goede doelen is, dat door hieraan je bijdrage te geven, je niet alleen aan anderen een mooi geschenk geeft: het mooiste geschenk is het gevoel dat je er zelf door verrijkt bent.
Ook hieraan hebben de Beemsterlingen weer bijgedragen en daar zijn Thirza en ik heel dankbaar voor.

En met dat gevoel kijken we nu met z’n allen naar onze prachtige Beemster molen!

Ik wens u veel succes met uw toekomstige dromen!”

0 antwoorden

Plaats een Reactie

Meepraten?
Draag gerust bij!

Geef een antwoord