Edesche Concertzaal – interview

Carel Kraayenhof: “Piazzolla spoorde me aan mijn eigen muziek te schrijven” 

Het Carel Kraayenhof Ensemble bestaat dertig jaar en dat is genoeg reden voor een feestje. De Edesche Concertzaal is een van de landelijke podia waar dit jubileum uitbundig wordt gevierd. “Voor mij is dit echt een jubileumprogramma, waarin we veel terugkijken”, vertelt Carel Kraayenhof bevlogen. Toch heeft Kraayenhof meer in petto dan alleen een reeks ‘gouwe ouwen’. “Ik wil met dit concert vooral de traditie van Astor Piazzolla voortzetten. Hij heeft de tango vernieuwd door er elementen uit de klassieke muziek en zelfs jazz aan toe te voegen. Ik trek die cirkel nog wijder met invloeden uit pop-, wereld- en filmmuziek.”

Door Jan-Willem van Ree

 Carel Kraayenhof voelt zich een muzikale erfgenaam van de beroemde tangokoning uit Buenos Aires. Dat is niet zo gek als je je bedenkt dat Piazzolla zelf Carel Kraayenhof aanzette tot componeren. “Hij spoorde me aan om mijn eigen muziek te schrijven; nieuwe muziek met een eigen stijl. Als een soort eerbetoon zit dit programma vol verwijzingen naar muziek van Piazzolla en andere grootheden die belangrijk voor me zijn geweest, zoals Osvaldo Pugliese, Ennio Morricone en Sting.”

Astor Piazzolla

Carel Kraayenhof heeft Piazzolla verschillende keren ontmoet. “Piazzolla was een ongelooflijk bezeten man, die bijna obsessief met muziek bezig was; een componist in de zuiverste vorm van het woord. Sommige kinderen kunnen met enorm veel passie met iets bezig zijn, datzelfde zag je bij hem terug. Tegelijk kon hij ook heel streng en veeleisend zijn.” Voor Carel is Piazzolla’s betekenis voor de tango nauwelijks te overschatten. Ook voor zijn eigen carrière heeft Kraayenhof veel aan Piazzolla te danken. “In 1987 nodigde hij me bijvoorbeeld uit om op Broadway mee te spelen in de tango musical Tango Apasionado. En natuurlijk was er dat moment in 2002 dat mijn eigenlijke doorbraak betekende.”

Adiós Nonino

Met de beroemde traan van koningin Máxima was Carel Kraayenhof in één klap een bekende Nederlander. “Dat optreden heeft veel deuren geopend, vooral bij orkesten”, vertelt hij. Ook de muziek van Piazzolla zelf voer er wel bij, want iedereen kende vanaf dat moment tenminste één tango: ‘Adiós Nonino’. Uiteraard ontbreekt deze klassieker op het programma niet, maar Carel plaatst dit stuk wel in een bijzondere context. “Omdat we de Piazzolla van de jaren vijftig centraal stellen, heb ik de relatief onbekende tango ‘Nonino’ (ca. 1954) op de setlist gezet. Piazzolla schreef dit stuk als een hommage aan zijn vader. Toen deze begin jaren zestig bij een tragisch fietsongeluk om het leven kwam, componeerde Piazzolla Adiós Nonino als een soort in memoriam.”

Bijzondere ontmoetingen

Net als Piazzolla heeft ook Carel Kraayenhof veel stukken geschreven voor dierbaren. “Als je veel reist, kom je veel bijzondere mensen tegen. Jaren geleden ontmoette ik een jonge vrouw in Seoul en nee, dat was niet Lavinia”, lacht Carel. “Ze vertelde dat ze ook bandoneon speelde – wat in Azië geen gangbaar instrument is – en dat ze een stuk voor mij had gecomponeerd. Als dank heb ik op mijn beurt iets voor haar geschreven. Dit stuk staat ook op het programma.” Voor zijn Chinese masseur in Amsterdam componeerde hij het stuk Mercy. Carel vervolgt lachend: “Hij gaat niet bepaald zachtzinnig te werk als je op de massagetafel ligt, vandaar de titel. Ik heb er ook een link met Chinese volksmuziek in verwerkt. De bandoneon en de Chinese sjeng, een soort uitvergrote mondharmonica, zijn in de verte familie van elkaar.”

Sting

Uniek was de samenwerking met Sting, die tot stand kwam dankzij ster-violist Joshua Bell. “Joshua’s manager belde me indertijd met de vraag of ik mee wilde werken aan een cd met muziekvrienden rondom Sting, samen met het London Symphony Orchestra. Sting was nogal onder de indruk van mijn bandoneon: ‘Wow, it is like spreading your wings to fly’, zei hij tijdens de repetitie. De samenwerking beviel zo goed dat hij me uitnodigde om samen met hem en de Royal Philharmonic Concert Orchestra in Gelredome op de treden.”

Carel Kraayenhof Ensemble

Dichter bij huis zijn de vriendschappen met collega’s van het Carel Kraayenhof Ensemble net zo belangrijk. “Ik was dertig toen ik samen met Leo Vervelde Sextete Canyengue oprichtte. Toen Leo in 2002 vertrok, nam ik het artistiek leiderschap over.” In die tijd ging de naam Sexteto Canyengue over in Carel Kraayenhof Ensemble. Behalve de naam veranderde er nog meer. “In de beginjaren bestond het ensemble nog uit twee bandoneonisten en strijkers. Ik bracht het aantal bandoneons terug tot één.” Carel voelt zich persoonlijk meer thuis bij deze bezetting. “Daarmee kom ik veel dichter bij Piazzolla’s klankideaal.”

‘Cry Enough’

Overigens is die tweede bandoneon niet helemaal verdwenen. “Onze pianist Juan Pablo Dobal vervult met zijn pianopartij vaak de rol van tweede bandoneonist, maar dan op een verborgen manier.” Carel vervolgt met een knipoog: “Als dank voor deze prominente rol heeft hij zelfs een stuk voor mij gecomponeerd: ‘Cry Enough’. Omdat Engelstaligen nogal moeite hebben met de uitspraak van mijn achternaam, wordt die vaak verhaspeld tot iets dat klinkt als ‘cry enough’. Dat vond Juan Pablo wel een toepasselijke titel voor zijn stuk. Maar zonder gekkigheid, het is een prachtige ballad geworden die we met veel plezier spelen.”

vrijdag 20 april concert in de Edesche concertzaal. bestel nu kaarten: www.edescheconcertzaal.nl

foto: Reinout Bos