Zomercolumns Carel Kraayenhof – Katten

Wat ik leuk vind aan katten, is dat hiërarchie nooit aan de orde is: terwijl ik van mijn kant mezelf niet zou definiëren als hun baasje, kiezen zij ervoor met mij te co-existeren. Om het nog duidelijker te stellen: het komt erop neer dat zij ervan overtuigd zijn zelf de baas te zijn. De katten die bij ons wonen zijn Blokje en haar zoon Beer, die twee keer zo groot is; lange tijd geleden schijnen ze te zijn vergeten dat ze familie van elkaar zijn, maar hun gemeenschappelijke doel is gewoontegetrouw hetzelfde: voedsel en aandacht, indien gewenst. Ik weet niet hoe ze het voor elkaar krijgen, maar ze geven me altijd het gevoel dat ik dankbaar dien te zijn voor de dienst die ik hun mag verlenen, wanneer ik een deur voor ze opendoe, ze te eten geef of ze naar de dierenarts breng.
Katten
Hier zit ik dan, als een maniak aan het werk om muziek te componeren en arrangeren; en daar is Beer, liggend in het gras als een zonnebadende toerist, terwijl hij naar me kijkt door het halfgeopende raam; zie ik onverschilligheid in zijn halfgesloten ogen, of heeft hij warempel medelijden met mij?
Dat is het nou met katten: ze delen zelden hun mening met jou. Zelfs wanneer Blokje haar kop liefkozend tegen mijn been wrijft, realiseer ik me dat ik trots ben dat het míjn been is dat ze gekozen heeft, en niet een toevallige keukentafelpoot.

0 antwoorden

Plaats een Reactie

Meepraten?
Draag gerust bij!

Geef een antwoord