De laatste jaren ben ik met mijn bandoneon wederom op verkenningstocht gegaan, en verken nu vele paden naast de Argentijnse tango.
Vaak vragen mensen me na een concert: hoe kan het dat je bandoneon zo prachtig klinkt, niet alleen in tango maar ook in klassieke muziek, in filmmuziek of in die Ierse volksmuziek?
Hoe te spelen op een bandoneon?
Vanaf december 1984, toen ik mijn eerste bandoneon direct uit Buenos Aires in mijn handen kreeg, begon ik me uitsluitend te verdiepen in de Argentijnse tango, en stelde mezelf de volgende vragen:
- Hoe kan ik die leren spelen op de bandoneon, dat prachtige complexe instrument, dat de Duitse emigranten naar Buenos Aires brachten?
- Hoe schrijf je tangomuziek op, hoe arrangeer en componeer je die?
Maandenlang trok ik me terug, als een monnik in het klooster, en leerde ik langspeelplaten analyseren, schreef de muziek, en probeerde mee te spelen met de bandoneon, die uiteindelijk een verlengstuk van mijn lichaam werd. En ik leerde Spaans spreken zoals de Argentijnen, zodat ik met musici in Buenos Aires kon communiceren en toegang kreeg tot de geheimen van de tango en zijn mysterieuze bandoneon.
Dertig jaar lang voerde ik mijn Sexteto Canyengue mee door de wereld, ik werkte samen met de grote maestro’s van de tango, Astor Piazzolla, Osvaldo Pugliese en het Sexteto Mayor.
Volksmuziek is de bron
Maar de tango staat niet op zichzelf: tango is ontstaan uit volksmuziek en klassieke muziek die de Europeanen meenamen naar Argentinië: de tango Andaluz en de jota uit Spanje, de polka en mazurka uit Polen, de cancionetta Napoletana en het belcanto uit Italië, de Franse musette, de Weense wals, de muziek van Bach, Mozart, Beethoven, Chopin, Tsjaikovski en Rachmaninov, etc.
Plus de prachtige Afrikaanse ritmes, die meegenomen werden door de talloze Afrikanen die als slaaf werden meegevoerd door de Spaanse kolonisten. En tenslotte de magische invloeden van de Argentijnse volksmuziek, de folklore, met haar roots in de Andesregio en de pampa.
In mijn jeugd speelde ik klassieke muziek en ragtime op de piano; later leerde ik Keltische muziek spelen op de trekharmonica en de concertina.
Inmiddels heb ik veel samenwerkingen gehad met popmuzikanten en klassieke orkesten in binnen- en buitenland. Maar mijn hart verlangde altijd terug naar de tango.
Ik omarm diverse muziekstijlen
De laatste jaren ben ik echter meer langdurige samenwerkingen aangegaan met diverse artiesten: met Leoni Jansen speel ik Argentijnse en Ierse volksmuziek, naast Schotse ballads, en eigen composities. Vorige week presenteerden we onze tweede CD ‘Melancholie in de Polder 2’.
Met de Bulgaarse concertpianiste Marietta Petkova vertolk ik Bach, Scarlatti, Schubert en Argentijnse muziek, waarvan we dit jaar een nieuw album willen uitbrengen.
Met het Matangi Quartet, met wie ik eerder de CD ‘Beethoven vs. Piazzolla’ opnam, brengen we een eerbetoon aan de filmmuziek van Ennio Morricone en anderen. Ook hiervan verschijnt binnenkort een album.
En met Lisa Jacobsen haar String Soloists spelen we – samen met mijn tangokwartet – Piazzolla en Boulanger.
Met al deze muziek voel ik mij verbonden, en die kende ik grotendeels al sinds mijn jeugd. Bovendien is al deze muziek gebaseerd op volksmuziek, die ergens ter wereld mensen met elkaar verbond. Die van moeder op dochter, van vader op zoon, werd overgedragen. En die veelzijdige bandoneon blijkt zich als een kameleon overal in thuis te voelen.